(Dit is een fictief intakegesprek gebaseerd op mijn ervaringen van de afgelopen jaren. En om verder niemand uit te sluiten, heb ik gekozen om over ‘het kind’ te praten.)

De moeder slaakt een diepe zucht en neemt plaats in de stoel in mijn praktijk. Ik wacht geduldig tot ze lekker zit en pak dan de intakeformulieren erbij.

Moeder: “Het was best een lange vragenlijst en ik begreep niet alle vragen.”

Ik: “Dat kan gebeuren. Laten wij even samen naar de vraag kijken.”
Ik pak de papieren erbij en ga naar de vraag die beantwoord is met drie vraagtekens.
Ik: “Gaat het om de vraag of het kind dezelfde ‘problemen’ ervaart als de ouders?”

Moeder knikt instemmend: “Wat bedoel je daarmee?”

Ik: “Ik bedoel daarmee dat jullie als ouders de hulpvraag van het kind duidelijk beschreven hebben. Jullie kind loopt regelmatig vast in zijn/haar/hun emoties. Verder kan het kind op één moment heel vrolijk zijn en dan opeens heel verdrietig of boos. Dit alles levert soms vervelende situaties op. Jullie vermoeden dat dit gedrag veroorzaakt wordt door onzekerheid. Maar naast dat ik heel benieuwd ben wat jullie denken waarvan het gedrag vandaag komt, ben ik ook heel benieuwd hoe het kind zelf deze wisseling van emoties ervaart en naar de situaties waarin dit gebeurt. Denkt het kind hierover net zoals jullie?”

Het blijft even stil.

Moeder: “Dat denken wij wel, want het kan niet prettig zijn om van heel vrolijk naar boos of verdrietig te gaan binnen een paar seconden. Het gebeurt vooral als wij familie of vrienden over de vloer hebben, of ergens op bezoek zijn.”

Ik: “Hebben jullie het kind hier ooit zelf naar gevraagd?”

Moeder: “Hmmm, nee, eigenlijk hebben wij het hier nog nooit met ons kind over gehad.”

Ik: “En wat hebben jullie het kind over de eventuele coachsessies met mij verteld?”

Moeder: “Wij hebben het kind gezegd dat jij het kan helpen met de angst voor katten. En als ouders gingen wij er vanuit dat jij onder het mom van deze angst het kind vervolgens dan kan helpen met het reguleren van de emoties.”

Ik: “Ik wil jullie kind graag een steuntje in de rug geven, maar de basis van een coachtraject is dat het kind weet waarom het wekelijks bij mij in de praktijk in zitzak ploft. Eerlijkheid duurt het langst. En zonder vertrouwen kan ik geen band met het kind opbouwen. Als ik jullie een suggestie mag doen, dan zou ik jullie aanraden om eerst zelf het gesprek met het kind aan te gaan om jullie beweegredenen uit te leggen zoals waarom jullie denken dat een coachtraject voor hem/haar/hun een goed idee is. Vervolgens kunnen jullie kijken wat de reactie hierop is. En afhankelijk van de reactie van het kind kunnen we daarna de vervolgafspraken inplannen. Is dat een idee?”

Moeder: “Dat vind ik lastig. Ik bedoel om dat gesprek aan te gaan, want ik wil niet dat het kind denkt dat er iets is met hem/haar/hun.”

Ik: “Ik ben een kindercoach en ik plak geen stempels op kinderen van ADHD, autisme, etc. Daar toe ben ik niet bevoegd en dat wil ik ook niet. Zie een coachsessie bij mij als een gezellig en leerzame moment. Maar ik kan alleen hiermee beginnen wanneer het kind weet waarom wij deze sessies plannen.
Misschien is het een idee om er eerst met het kind goed over te praten over hoe jullie bepaalde dingen ervaren en vraag vervolgens hoe het kind deze gebeurtenissen heeft ervaren. Goede gesprekken en goed luisteren naar elkaar kan een schat aan informatie en inzichten opleveren. En vraag jezelf af of het kind bepaalde situaties lastig vindt of jullie als ouders.”

Moeder laat de woorden op zich inwerken en het lijkt alsof enkele van mijn woorden de juiste snaar bij haar raken. We bespreken nog een aantal zaken en ik geef een aantal tips hoe zij als ouders het gesprek met het kind kunnen aan gaan. Tenslotte adviseer ik een specifiek boek om samen met het kind te gaan lezen. Een boek kan de perfecte ijsbreker zijn om over een moeilijk onderwerp een gesprek aan te gaan.

Of deze ouders ooit met hun kind terugkomen voor een vervolgsessie dat weet ik niet, maar als mijn woorden de waardevolle boodschap hebben doen overkomen dan is mijn opzet geslaagd. Ik geloof in openheid en eerlijkheid als bouwstenen voor elke relatie die je wil opbouwen en behouden.

Praat met je kind en niet over het kind.